Autosomale overerving |
|
Bij autosomale overerving ligt de erfelijke
eigenschap op een van de chromosomenparen, niet de geslachtschromosomen.
Er is daardoor geen verschil in het voorkomen van de eigenschap tussen
mannen en vrouwen.[4] NDI kan autosomaal dominant en recessief worden overgeërfd. In het eerste geval treden dominante mutaties op, waardoor een gen actiever wordt of actief wordt wanneer dat niet de bedoeling is. Dominante mutaties komen niet zo vaak voor, maar zorgt er wel voor dat het organisme niet normaal kan functioneren. In het geval van een dominante mutatie in het AQP2 gen treed altijd NDI op. Bij recessieve NDI treden recessieve mutaties op, waardoor de genexpressie wordt verminderd of zelfs stilgezet. Recessieve mutaties komen het meest voor, maar hoeven er niet voor te zorgen dat het organisme niet normaal kan functioneren. Een recessieve mutatie in het AQP2 gen resulteert alleen in NDI als beide aanwezige genen gemuteerd zijn. De kans hierop is in dit geval groter dan bij dominante NDI, omdat recessieve mutaties vaker voorkomen.[4,12] In figuur 10a en 10b is autosomaal dominante en recessieve overerving schematisch weergegeven.
|
![]() ![]() ![]() |
![]() |
|
Laatste update:
05 oktober 2009 Renske Janssen |
![]() |