Deoxyribo Nucleic Acid |
|
Deoxyribo
Nucleic Acid (DNA) bestaat uit twee complementaire nucleotidenketens die
in een dubbele helix structuur aan elkaar verbonden zijn door
waterstofbruggen (H-bruggen) en van-der-Waals krachten. Eén nucleotide
bestaat uit een fosfaatgroep, een desoxyribose (suiker) en een
stikstofhoudende base. De nucleotiden van één polymeer zijn aan elkaar
verbonden door een fosfodiësterbinding tussen de fosfaatgroep en de
desoxyribose. Dit wordt de backbone van het DNA genoemd en zit aan de
buitenkant van de helix. Er zijn vier verschillende basen die in het DNA voorkomen, adenine (A), thymine (T), cytosine (C) en guanine (G). Deze basen komen voor in paren door de H-bruggen, waardoor de dubbele helix structuur ontstaat. Deze basenparen zijn altijd hetzelfde, adenine koppelt met thymine en cytosine koppelt met guanine. Dat deze paren altijd hetzelfde zijn komt door het aantal waterstofbruggen dat gevormd wordt, bij A-T vormen twee H-bruggen en bij C-G drie. De basenparen zitten aan de binnenkant van de helix, zie figuur 2a en 2b.[4] ![]() Figuur 2a; het DNA molecuul.[5] Figuur 2b; een stukje van het DNA in detail.[5]
Het DNA bevindt zich in elke, celkern bevattende, cel in de vorm van
chromosomen. Elke humane cel met een celkern, behalve geslachtscellen,
bevat in totaal 2 genomen die verdeeld zijn over 23 chromosomenparen,
waarvan één paar geslachtschromosomen. Van zowel moeder als vader wordt
één genoom geërfd, waarbij de geslachtschromosomen verschillen. Van
moeder wordt altijd een X-chromosoom geërfd, van vader een X- of een Y-chromosoom.
De geslachtscellen bevatten maar één genoom, van vader of moeder.[4] |
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
![]() |
|
Laatste update: 19 september 2009 Renske Janssen |
![]() |